binnenleiden/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van binnenleiden | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | binnenleiden | binnen te leiden | ||||||||
toekomend | zullen binnenleiden binnen zullen leiden |
te zullen binnenleiden binnen te zullen leiden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben binnengeleid | te hebben binnengeleid | ||||||||
toekomend | binnengeleid zullen hebben | binnengeleid te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
binnenleidend | binnengeleid | ev. leid binnen |
mv. verouderd leidt binnen |
leide binnen (bijzin) binnenleide | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | leid binnen | leidt binnen | leidt binnen | leidt binnen | leidt binnen | leiden binnen | leiden binnen | leiden binnen | |||
verleden (o.v.t.) | leidde binnen | leidde binnen | leidde binnen | leidde binnen | leidde binnen | leidden binnen | leidden binnen | leidden binnen | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal binnenleiden | zult/zal binnenleiden | zult/zal binnenleiden | zult binnenleiden | zal binnenleiden | zullen binnenleiden | zullen binnenleiden | zullen binnenleiden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou binnenleiden | zou binnenleiden | zou(dt) binnenleiden | zoudt binnenleiden | zou binnenleiden | zouden binnenleiden | zouden binnenleiden | zouden binnenleiden | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | binnenleid | binnenleidt | binnenleidt | binnenleidt | binnenleidt | binnenleiden | binnenleiden | binnenleiden | |||
verleden (o.v.t.) | binnenleidde | binnenleidde | binnenleidde | binnenleidde | binnenleidde | binnenleidden | binnenleidden | binnenleidden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal binnenleiden binnen zal leiden |
zult/zal binnenleiden binnen zult/zal leiden |
zult/zal binnenleiden binnen zult/zal leiden |
zult binnenleiden binnen zult leiden |
zal binnenleiden binnen zal leiden |
zullen binnenleiden binnen zullen leiden |
zullen binnenleiden binnen zullen leiden |
zullen binnenleiden binnen zullen leiden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou binnenleiden binnen zou leiden |
zou binnenleiden binnen zou leiden |
zou(dt) binnenleiden binnen zou(dt) leiden |
zoudt binnenleiden binnen zoudt leiden |
zou binnenleiden binnen zou leiden |
zouden binnenleiden binnen zouden leiden |
zouden binnenleiden binnen zouden leiden |
zouden binnenleiden binnen zouden leiden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb binnengeleid | hebt binnengeleid | hebt/heeft binnengeleid | hebt binnengeleid | heeft binnengeleid | hebben binnengeleid | hebben binnengeleid | hebben binnengeleid | |||
verleden (v.v.t.) | had binnengeleid | had binnengeleid | had binnengeleid | hadt binnengeleid | had binnengeleid | hadden binnengeleid | hadden binnengeleid | hadden binnengeleid | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal binnengeleid hebben | zal/zult binnengeleid hebben | zult/zal binnengeleid hebben | zult binnengeleid hebben | zal binnengeleid hebben | zullen binnengeleid hebben | zullen binnengeleid hebben | zullen binnengeleid hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou binnengeleid hebben | zou binnengeleid hebben | zou/zoudt binnengeleid hebben | zoudt binnengeleid hebben | zou binnengeleid hebben | zouden binnengeleid hebben | zouden binnengeleid hebben | zouden binnengeleid hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm binnengeleid worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt binnengeleid | er is binnengeleid | |||||||||
verleden | er werd binnengeleid | er was binnengeleid | |||||||||
toekomend | er zal binnengeleid worden | er zal binnengeleid zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou binnengeleid worden | er zou binnengeleid zijn | |||||||||
lijdende vorm binnengeleid worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | binnengeleid worden | binnengeleid te worden | ||||||||
toekomend | binnengeleid zullen worden | binnengeleid te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | binnengeleid zijn | binnengeleid te zijn | ||||||||
toekomend | binnengeleid zullen zijn | binnengeleid te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word binnengeleid | wordt binnengeleid | wordt binnengeleid | wordt binnengeleid | wordt binnengeleid | worden binnengeleid | worden binnengeleid | worden binnengeleid | |||
verleden (o.v.t.) | werd binnengeleid | werd binnengeleid | werd binnengeleid | werdt binnengeleid | werd binnengeleid | werden binnengeleid | werden binnengeleid | werden binnengeleid | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal binnengeleid worden | zult binnengeleid worden | zult binnengeleid worden | zult binnengeleid worden | zal binnengeleid worden | zullen binnengeleid worden | zullen binnengeleid worden | zullen binnengeleid worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou binnengeleid worden | zou binnengeleid worden | zou/zoudt binnengeleid worden | zoudt binnengeleid worden | zou binnengeleid worden | zouden binnengeleid worden | zouden binnengeleid worden | zouden binnengeleid worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben binnengeleid | bent binnengeleid | bent/is binnengeleid | zijt binnengeleid | is binnengeleid | zijn binnengeleid | zijn binnengeleid | zijn binnengeleid | |||
verleden (v.v.t.) | was binnengeleid | was binnengeleid | was binnengeleid | waart binnengeleid | was binnengeleid | waren binnengeleid | waren binnengeleid | waren binnengeleid | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal binnengeleid zijn | zult binnengeleid zijn | zult binnengeleid zijn | zult binnengeleid zijn | zal binnengeleid zijn | zullen binnengeleid zijn | zullen binnengeleid zijn | zullen binnengeleid zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou binnengeleid zijn | zou binnengeleid zijn | zou/zoudt binnengeleid zijn | zoudt binnengeleid zijn | zou binnengeleid zijn | zouden binnengeleid zijn | zouden binnengeleid zijn | zouden binnengeleid zijn |