binnenjassen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van binnenjassen | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | binnenjassen | binnen te jassen | ||||||
toekomend | zullen binnenjassen binnen zullen jassen |
te zullen binnenjassen binnen te zullen jassen | |||||||
voltooid | tegenwoordig | binnengejast | te binnengejast | ||||||
toekomend | binnengejast zullen | binnengejast te zullen | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
binnenjassend | binnengejast | ev. jas binnen |
mv. verouderd jast binnen |
jasse binnen (bijzin) binnenjasse | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |
tegenwoordig (o.t.t.) | jas binnen | jast binnen | jast binnen | jast binnen | jast binnen | jassen binnen | jassen binnen | jassen binnen | |
verleden (o.v.t.) | jaste binnen | jaste binnen | jaste binnen | jaste binnen | jaste binnen | jasten binnen | jasten binnen | jasten binnen | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal binnenjassen | zult/zal binnenjassen | zult/zal binnenjassen | zult binnenjassen | zal binnenjassen | zullen binnenjassen | zullen binnenjassen | zullen binnenjassen | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou binnenjassen | zou binnenjassen | zou(dt) binnenjassen | zoudt binnenjassen | zou binnenjassen | zouden binnenjassen | zouden binnenjassen | zouden binnenjassen | |
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |
tegenwoordig (o.t.t.) | binnenjas | binnenjast | binnenjast | binnenjast | binnenjast | binnenjassen | binnenjassen | binnenjassen | |
verleden (o.v.t.) | binnenjaste | binnenjaste | binnenjaste | binnenjaste | binnenjaste | binnenjasten | binnenjasten | binnenjasten | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal binnenjassen binnen zal jassen |
zult/zal binnenjassen binnen zult/zal jassen |
zult/zal binnenjassen binnen zult/zal jassen |
zult binnenjassen binnen zult jassen |
zal binnenjassen binnen zal jassen |
zullen binnenjassen binnen zullen jassen |
zullen binnenjassen binnen zullen jassen |
zullen binnenjassen binnen zullen jassen | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou binnenjassen binnen zou jassen |
zou binnenjassen binnen zou jassen |
zou(dt) binnenjassen binnen zou(dt) jassen |
zoudt binnenjassen binnen zoudt jassen |
zou binnenjassen binnen zou jassen |
zouden binnenjassen binnen zouden jassen |
zouden binnenjassen binnen zouden jassen |
zouden binnenjassen binnen zouden jassen | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij |