jasten binnen
- jas·ten bin·nen
uit jasten (werkwoord) en binnen, hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
binnenjassen |
jasten (...) binnen
- meervoud verleden tijd van binnenjassen
- Wij jasten binnen.
- Jullie jasten binnen.
- Zij jasten binnen.
- Wij jasten binnen.
- Het woord jasten binnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.