bezvýchodný
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /bɛzviːxɔdniː/
Woordafbreking
- bez·vý·chod·ný
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het zelfstandige naamwoord východisko met het voorvoegsel bez- en met het achtervoegsel -ný
Bijvoeglijk naamwoord
bezvýchodný
- zonder uitgang
- uitzichtloos, hopeloos
Verbuiging