bezuiniging
- Geluid: bezuiniging (hulp, bestand)
- be·zui·ni·ging
- Naamwoord van handeling van bezuinigen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bezuiniging | bezuinigingen |
verkleinwoord | bezuiniginkje | bezuiniginkjes |
de bezuiniging v
- (economie) een handeling of besluit met als doel de uitgaven te beperken
- Het parlement heeft ingestemd met ingrijpende bezuinigingen.
- De minister heeft een bezuiniging van 200 miljoen euro aangekondigd.
- ▸ Omdat de voor een touroperator essentiële zaken als brandstofprijzen, landingsrechten en luchthaventoeslagen bleven stijgen, bleken alle interne bezuinigingen niet meer dan een druppel op een gloeiende plaat.[1]
|
- Het woord bezuiniging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bezuiniging" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be