bezuinigingswoede

  • be·zui·ni·gings·woe·de
enkelvoud meervoud
naamwoord bezuinigingswoede bezuinigingswoedes
verkleinwoord

de bezuinigingswoedev / m

  1. het te veel en te snel willen beperken van de uitgaven
     Ogenschijnlijk is het simpel: als de eurogroep en de Grieken het eens worden over een paar gevleugelde termen is er veel gewonnen. De 'trojka' van EU, IMF en ECB heet voortaan De Consultants. De verderfelijke Europese bezuinigingswoede heet vanaf nu "investering in groeigerichte economische ontwikkeling". En het dictaat van de bailout, de leningen aan de Grieken onder strenge voorwaarden, gaat voortaan door het leven als de New Deal voor Griekenland.[2]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Komen Griekenland en Europa nader tot elkaar?” (Woensdag 11 februari 2015, 16:50), NOS