betrekkelijk voornaamwoord
- be·trek·ke·lijk voor·naam·woord
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | betrekkelijk voornaamwoord | (betrekkelijke voornaamwoorden) |
verkleinwoord | (betrekkelijk voornaamwoordje) | (betrekkelijke voornaamwoordjes) |
het betrekkelijk voornaamwoord o
- (grammatica) een voornaamwoord dat een betrekkelijke bijzin inleidt.
- Het betrekkelijk voornaamwoord heeft zowel een verwijzende functie als ook een grammaticale functie.
- In het Nederlands bestaan onder andere de volgende betrekkelijke voornaamwoorden: die, dat, wie, welke, dewelke, welk, hetwelk, wiens, wier
- voornaamwoord, naamwoord, voornaamwoordelijk bijwoord
1.
- Het woord 'betrekkelijk voornaamwoord' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.