• beses
enkelvoud meervoud
naamwoord beses besessen
verkleinwoord besesje besesjes

de besesv / m

  1. (muziek) een met twee halve tonen verlaagde toon "b"
    • De toon “beses” klinkt in de getempereerde stemming gelijk aan de tonen “a” en “gisis”. 


vervoeging van
besar

beses

  1. aanvoegende wijs tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van besar
  2. gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van besar