begaan
- be·gaan
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
begaan |
beging |
begaan |
klasse 7 | volledig |
begaan
- overgankelijk iets doen dat onjuist of verboden is
- Hij beging daarmee een grote vergissing.
- ▸ De blik in de ogen van Heleen was die van een waanzinnige die op het punt staat een gruweldaad te begaan.[1]
- overgankelijk een plaats betreden
- Je begaat daarmee wel glad ijs.
- [1] laten begaanniet hinderen of stoppen
- • We moesten de drukken vrouw maar laten begaan, want anders zou ze nog drukker worden.
1. iets doen dat onjuist of verboden is
2. een plaats betreden
- vervoeging van begaan: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs)
vervoeging van: | begaan… |
verbogen vorm: | begane |
begaan
- voltooid deelwoord van begaan
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | begaan | beganer | begaanst |
verbogen | begane | beganere | begaanste |
partitief | begaans | beganers | - |
begaan
- gepleegd.
- De begane overtreding wordt bestraft met een boete.
- waarover men gewoonlijk loopt, de verdieping die op straatniveau ligt
- We liepen op de begane grond.
- emotioneel betrokken
- Hij was begaan met het lot van de vluchtelingen.
- Het woord begaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "begaan" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be