beging
- be·ging
vervoeging van |
---|
begaan |
beging
- enkelvoud verleden tijd van begaan
- Ik beging.
- Jij beging.
- Hij, zij, het beging.
- Ik beging.
- Het woord beging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
begaan |
beging