beekprik
- beek·prik
- samenstelling van beek en prik
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beekprik | beekprikken |
verkleinwoord | - | - |
de beekprik m
- (kaaklozen) zeldzaam visje dat inheems voorkomt in de Benelux, Lampetra planeri
1. zeldzaam visje dat inheems voorkomt in de Benelux, Lampetra planeri
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord beekprik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.