becommentariëren/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van becommentariëren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | becommentariëren | te becommentariëren | ||||||||
toekomend | zullen becommentariëren | te zullen becommentariëren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben becommentarieerd | te hebben becommentarieerd | ||||||||
toekomend | becommentarieerd zullen hebben | becommentarieerd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
becommentariërend | becommentarieerd | ev. becommentarieer |
mv. verouderd becommentarieert |
becommentariëre | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | becommentarieer | becommentarieert | becommentarieert | becommentarieert | becommentarieert | becommentariëren | becommentariëren | becommentariëren | |||
verleden (o.v.t.) | becommentarieerde | becommentarieerde | becommentarieerde | becommentarieerde | becommentarieerde | becommentarieerden | becommentarieerden | becommentarieerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal becommentariëren | zult/zal becommentariëren | zult/zal becommentariëren | zult becommentariëren | zal becommentariëren | zullen becommentariëren | zullen becommentariëren | zullen becommentariëren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou becommentariëren | zou becommentariëren | zou(dt) becommentariëren | zoudt becommentariëren | zou becommentariëren | zouden becommentariëren | zouden becommentariëren | zouden becommentariëren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb becommentarieerd | hebt becommentarieerd | hebt/heeft becommentarieerd | hebt becommentarieerd | heeft becommentarieerd | hebben becommentarieerd | hebben becommentarieerd | hebben becommentarieerd | |||
verleden (v.v.t.) | had becommentarieerd | had becommentarieerd | had becommentarieerd | hadt becommentarieerd | had becommentarieerd | hadden becommentarieerd | hadden becommentarieerd | hadden becommentarieerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal becommentarieerd hebben | zal/zult becommentarieerd hebben | zult/zal becommentarieerd hebben | zult becommentarieerd hebben | zal becommentarieerd hebben | zullen becommentarieerd hebben | zullen becommentarieerd hebben | zullen becommentarieerd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou becommentarieerd hebben | zou becommentarieerd hebben | zou/zoudt becommentarieerd hebben | zoudt becommentarieerd hebben | zou becommentarieerd hebben | zouden becommentarieerd hebben | zouden becommentarieerd hebben | zouden becommentarieerd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm becommentarieerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt becommentarieerd | er is becommentarieerd | |||||||||
verleden | er werd becommentarieerd | er was becommentarieerd | |||||||||
toekomend | er zal becommentarieerd worden | er zal becommentarieerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou becommentarieerd worden | er zou becommentarieerd zijn | |||||||||
lijdende vorm becommentarieerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | becommentarieerd worden | becommentarieerd te worden | ||||||||
toekomend | becommentarieerd zullen worden | becommentarieerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | becommentarieerd zijn | becommentarieerd te zijn | ||||||||
toekomend | becommentarieerd zullen zijn | becommentarieerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word becommentarieerd | wordt becommentarieerd | wordt becommentarieerd | wordt becommentarieerd | wordt becommentarieerd | worden becommentarieerd | worden becommentarieerd | worden becommentarieerd | |||
verleden (o.v.t.) | werd becommentarieerd | werd becommentarieerd | werd becommentarieerd | werdt becommentarieerd | werd becommentarieerd | werden becommentarieerd | werden becommentarieerd | werden becommentarieerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal becommentarieerd worden | zult becommentarieerd worden | zult becommentarieerd worden | zult becommentarieerd worden | zal becommentarieerd worden | zullen becommentarieerd worden | zullen becommentarieerd worden | zullen becommentarieerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou becommentarieerd worden | zou becommentarieerd worden | zou/zoudt becommentarieerd worden | zoudt becommentarieerd worden | zou becommentarieerd worden | zouden becommentarieerd worden | zouden becommentarieerd worden | zouden becommentarieerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben becommentarieerd | bent becommentarieerd | bent/is becommentarieerd | zijt becommentarieerd | is becommentarieerd | zijn becommentarieerd | zijn becommentarieerd | zijn becommentarieerd | |||
verleden (v.v.t.) | was becommentarieerd | was becommentarieerd | was becommentarieerd | waart becommentarieerd | was becommentarieerd | waren becommentarieerd | waren becommentarieerd | waren becommentarieerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal becommentarieerd zijn | zult becommentarieerd zijn | zult becommentarieerd zijn | zult becommentarieerd zijn | zal becommentarieerd zijn | zullen becommentarieerd zijn | zullen becommentarieerd zijn | zullen becommentarieerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou becommentarieerd zijn | zou becommentarieerd zijn | zou/zoudt becommentarieerd zijn | zoudt becommentarieerd zijn | zou becommentarieerd zijn | zouden becommentarieerd zijn | zouden becommentarieerd zijn | zouden becommentarieerd zijn |