badjas
- bad·jas
- samenstelling van bad en jas
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | badjas | badjassen |
verkleinwoord | badjasje | badjasjes |
- (kleding) jas die over de badkleding wordt gedragen of wordt gedragen als ochtendjas
- ▸ Ze stapte uit bed en glipte in een badjas.[1]
1.
- Het woord badjas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "badjas" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be