authentificeren/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van authentificeren | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | authentificeren | te authentificeren | ||||||
toekomend | zullen authentificeren | te zullen authentificeren | |||||||
voltooid | tegenwoordig | geauthentificeerd | te geauthentificeerd | ||||||
toekomend | geauthentificeerd zullen | geauthentificeerd te zullen | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
authentificerend | geauthentificeerd | ev. authentificeer |
mv. verouderd authentificeert |
authentificere | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | authentificeer | authentificeert | authentificeert | authentificeert | authentificeert | authentificeren | authentificeren | authentificeren | |
verleden (o.v.t.) | authentificeerde | authentificeerde | authentificeerde | authentificeerde | authentificeerde | authentificeerden | authentificeerden | authentificeerden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal authentificeren | zult/zal authentificeren | zult/zal authentificeren | zult authentificeren | zal authentificeren | zullen authentificeren | zullen authentificeren | zullen authentificeren | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou authentificeren | zou authentificeren | zou(dt) authentificeren | zoudt authentificeren | zou authentificeren | zouden authentificeren | zouden authentificeren | zouden authentificeren | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij |