artillerie
- Geluid: artillerie (hulp, bestand)
- ar·til·le·rie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘wapen van de landmacht, uitgerust met geschut’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1550 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | artillerie | artillerieën |
verkleinwoord | - | - |
- Het woord artillerie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "artillerie" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "artillerie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Geluid: artillerie (hulp, bestand)
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
artillerie | l'artillerie | artilleries | les artilleries |