analyseren/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van analyseren | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | analyseren | te analyseren | ||||||
toekomend | zullen analyseren | te zullen analyseren | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben geanalyseerd | te hebben geanalyseerd | ||||||
toekomend | geanalyseerd zullen hebben | geanalyseerd te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
analyserend | geanalyseerd | ev. analyseer |
mv. verouderd analyseert |
analysere | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | analyseer | analyseert | analyseert | analyseert | analyseert | analyseren | analyseren | analyseren | |
verleden (o.v.t.) | analyseerde | analyseerde | analyseerde | analyseerde | analyseerde | analyseerden | analyseerden | analyseerden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal analyseren | zult/zal analyseren | zult/zal analyseren | zult analyseren | zal analyseren | zullen analyseren | zullen analyseren | zullen analyseren | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou analyseren | zou analyseren | zou(dt) analyseren | zoudt analyseren | zou analyseren | zouden analyseren | zouden analyseren | zouden analyseren | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb geanalyseerd | hebt geanalyseerd | hebt/heeft geanalyseerd | hebt geanalyseerd | heeft geanalyseerd | hebben geanalyseerd | hebben geanalyseerd | hebben geanalyseerd | |
verleden (v.v.t.) | had geanalyseerd | had geanalyseerd | had geanalyseerd | hadt geanalyseerd | had geanalyseerd | hadden geanalyseerd | hadden geanalyseerd | hadden geanalyseerd | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal geanalyseerd hebben | zal/zult geanalyseerd hebben | zult/zal geanalyseerd hebben | zult geanalyseerd hebben | zal geanalyseerd hebben | zullen geanalyseerd hebben | zullen geanalyseerd hebben | zullen geanalyseerd hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geanalyseerd hebben | zou geanalyseerd hebben | zou/zoudt geanalyseerd hebben | zoudt geanalyseerd hebben | zou geanalyseerd hebben | zouden geanalyseerd hebben | zouden geanalyseerd hebben | zouden geanalyseerd hebben |