alm
Niet te verwarren met: Alm, ALM |
alm
- (natuurkunde), (eenheid) het symbool voor attolumen, een eenheid voor lichtstroom van 10−18 lumen
eenheden van lumen |
---|
ylm • zlm • alm • flm • plm • nlm • μlm • mlm • clm • dlm • lm • dalm • hlm • klm • Mlm • Glm • Tlm • Plm • Elm • Zlm • Ylm |
- alm
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘bergweide’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1876 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | alm | almen |
verkleinwoord | almpje | almpjes |
- een hoger gelegen weide in de bergen.
- Het woord alm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "alm" herkend door:
65 % | van de Nederlanders; |
58 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "alm" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ alm op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be