Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • agro·che·mie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord agrochemie -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de agrochemiev

  1. (wetenschap) (biologie) (scheikunde) leer en onderzoek van de chemische processen die zich afspelen in de bodem en bij de voeding der landbouwgewassen

Gangbaarheid


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /agrɔxɛmɪjɛ/
Woordafbreking
  • ag·ro·che·mie
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het zelfstandige naamwoord chemie met het voorvoegsel agro-

Zelfstandig naamwoord

agrochemie v

  1. (wetenschap)(biologie)(scheikunde) agrochemie; leer en onderzoek van de chemische processen die zich afspelen in de bodem en bij de voeding der landbouwgewassen
Verbuiging
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Meer informatie

Verwijzingen