• af·wik·ke·ling
enkelvoud meervoud
naamwoord afwikkeling afwikkelingen
verkleinwoord afwikkelingetje afwikkelingetjes

de afwikkelingv

  1. handeling waarbij een opgerolde draad of kabel geleidelijk draaiend wordt losgemaakt
    • De afwikkeling van een rol met kerstlichtjes moet je voorzichtig doen met twee personen, want anders gaan de lampjes kapot of raakt de draad in de war. 
     Ook de afwikkeling van het garen door een gat onder in de spoel werd verbeterd.[1]
  2. (figuurlijk) afhandeling van een bepaald zakelijk of technisch proces zoals van een schadegeval of van aanvragen voor het openen van een website of telefoongesprek
    • De afwikkeling van je benoeming kan nog wel een paar weken duren. 
     De minister verwacht dat de afwikkeling van de affaire nog zeker een jaar duurt.[2]
    1. (juridisch) afhandeling van een gemeenschap van goederen die ontbonden moet worden zoals erfenis, huwelijksgemeenschap of bedrijfsboedel, inclusief vereffening en verdeling, ook liquidatie genoemd
       Erfgenamen, die willen voorkomen dat zij meer moeten betalen dan ontvangen en die toch hun nalatenschap niet willen verwerpen, omdat zij bang zijn tekort te komen wanneer de afwikkeling soms meevalt kunnen aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving.[3]
  3. (fysiologie) bewegingspatroon van onderdelen van de voet ten opzichte van elkaar tijdens het lopen
     Wanneer er sprake is van hyperpronatie duren deze bewegingen tijdens de afwikkeling van de voet te lang.[4]
  1.   Weblink bron
    W.H.P.M. van Hooff
    Katoenweven in:
    H.W. Lintsen e.a. (reds.)
    Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890. Deel III. Textiel. Gas, licht en elektriciteit. Bouw. (1993), Walburg Pers, Zutphen, ISBN 9060118456, p. 48
  2.   Weblink bron “'Hoogste ambtenaar van Belastingdienst moet weg vanwege toeslagaffaire'” (10 januari 2020) op nu.nl  
  3.   Weblink bron “Hoe hoort het eigenlijk?.”, 4e druk (1940), H.J.W. Becht, Amsterdam, p. 100
  4.   Weblink bron
    Dos Winkel & Geert Aufdemkampe
    “Orthopedische geneeskunde en manuele therapie: Deel 1: extremiteiten” (1994), Bohn Stafleu van Loghum, Houten, ISBN 9789031317912, p. 238 kol. 1