• li·qui·da·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord liquidatie liquidaties
verkleinwoord - -

de liquidatiev

  1. (eufemisme), (misdaad) moord in de criminele sfeer, bedoeld om iemand uit de weg te ruimen die voor moeilijkheden zorgt
     De liquidatie van advocaat Derk Wiersum heeft de rechtsorde diep geschokt.[3]
  2. (economie) alles wat gedaan wordt bij en voor de opheffing van een winkel of bedrijf
     Bij liquidatie stopt een onderneming met haar bestaan.[4]
98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]
  1. liquidatie op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3.  
    Wil Thijssen
    “Wie wil na de liquidatie van advocaat Derk Wiersum nog een kroongetuige verdedigen?” (18 september 2019), de Volkskrant
  4.   “Liquidatiebalans”, Finler
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be