afschminken/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van afschminken | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | afschminken | af te schminken | ||||||||
toekomend | zullen afschminken af zullen schminken |
te zullen afschminken af te zullen schminken | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben afgeschminkt | te hebben afgeschminkt | ||||||||
toekomend | afgeschminkt zullen hebben | afgeschminkt te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
afschminkend | afgeschminkt | ev. schmink af |
mv. verouderd schminkt af |
schminke af (bijzin) afschminke | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | schmink af | schminkt af | schminkt af | schminkt af | schminkt af | schminken af | schminken af | schminken af | |||
verleden (o.v.t.) | schminkte af | schminkte af | schminkte af | schminkte af | schminkte af | schminkten af | schminkten af | schminkten af | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal afschminken | zult/zal afschminken | zult/zal afschminken | zult afschminken | zal afschminken | zullen afschminken | zullen afschminken | zullen afschminken | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou afschminken | zou afschminken | zou(dt) afschminken | zoudt afschminken | zou afschminken | zouden afschminken | zouden afschminken | zouden afschminken | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | afschmink | afschminkt | afschminkt | afschminkt | afschminkt | afschminken | afschminken | afschminken | |||
verleden (o.v.t.) | afschminkte | afschminkte | afschminkte | afschminkte | afschminkte | afschminkten | afschminkten | afschminkten | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal afschminken af zal schminken |
zult/zal afschminken af zult/zal schminken |
zult/zal afschminken af zult/zal schminken |
zult afschminken af zult schminken |
zal afschminken af zal schminken |
zullen afschminken af zullen schminken |
zullen afschminken af zullen schminken |
zullen afschminken af zullen schminken | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou afschminken af zou schminken |
zou afschminken af zou schminken |
zou(dt) afschminken af zou(dt) schminken |
zoudt afschminken af zoudt schminken |
zou afschminken af zou schminken |
zouden afschminken af zouden schminken |
zouden afschminken af zouden schminken |
zouden afschminken af zouden schminken | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb afgeschminkt | hebt afgeschminkt | hebt/heeft afgeschminkt | hebt afgeschminkt | heeft afgeschminkt | hebben afgeschminkt | hebben afgeschminkt | hebben afgeschminkt | |||
verleden (v.v.t.) | had afgeschminkt | had afgeschminkt | had afgeschminkt | hadt afgeschminkt | had afgeschminkt | hadden afgeschminkt | hadden afgeschminkt | hadden afgeschminkt | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal afgeschminkt hebben | zal/zult afgeschminkt hebben | zult/zal afgeschminkt hebben | zult afgeschminkt hebben | zal afgeschminkt hebben | zullen afgeschminkt hebben | zullen afgeschminkt hebben | zullen afgeschminkt hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou afgeschminkt hebben | zou afgeschminkt hebben | zou/zoudt afgeschminkt hebben | zoudt afgeschminkt hebben | zou afgeschminkt hebben | zouden afgeschminkt hebben | zouden afgeschminkt hebben | zouden afgeschminkt hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm afgeschminkt worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt afgeschminkt | er is afgeschminkt | |||||||||
verleden | er werd afgeschminkt | er was afgeschminkt | |||||||||
toekomend | er zal afgeschminkt worden | er zal afgeschminkt zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou afgeschminkt worden | er zou afgeschminkt zijn | |||||||||
lijdende vorm afgeschminkt worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | afgeschminkt worden | afgeschminkt te worden | ||||||||
toekomend | afgeschminkt zullen worden | afgeschminkt te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | afgeschminkt zijn | afgeschminkt te zijn | ||||||||
toekomend | afgeschminkt zullen zijn | afgeschminkt te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word afgeschminkt | wordt afgeschminkt | wordt afgeschminkt | wordt afgeschminkt | wordt afgeschminkt | worden afgeschminkt | worden afgeschminkt | worden afgeschminkt | |||
verleden (o.v.t.) | werd afgeschminkt | werd afgeschminkt | werd afgeschminkt | werdt afgeschminkt | werd afgeschminkt | werden afgeschminkt | werden afgeschminkt | werden afgeschminkt | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal afgeschminkt worden | zult afgeschminkt worden | zult afgeschminkt worden | zult afgeschminkt worden | zal afgeschminkt worden | zullen afgeschminkt worden | zullen afgeschminkt worden | zullen afgeschminkt worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou afgeschminkt worden | zou afgeschminkt worden | zou/zoudt afgeschminkt worden | zoudt afgeschminkt worden | zou afgeschminkt worden | zouden afgeschminkt worden | zouden afgeschminkt worden | zouden afgeschminkt worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben afgeschminkt | bent afgeschminkt | bent/is afgeschminkt | zijt afgeschminkt | is afgeschminkt | zijn afgeschminkt | zijn afgeschminkt | zijn afgeschminkt | |||
verleden (v.v.t.) | was afgeschminkt | was afgeschminkt | was afgeschminkt | waart afgeschminkt | was afgeschminkt | waren afgeschminkt | waren afgeschminkt | waren afgeschminkt | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal afgeschminkt zijn | zult afgeschminkt zijn | zult afgeschminkt zijn | zult afgeschminkt zijn | zal afgeschminkt zijn | zullen afgeschminkt zijn | zullen afgeschminkt zijn | zullen afgeschminkt zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou afgeschminkt zijn | zou afgeschminkt zijn | zou/zoudt afgeschminkt zijn | zoudt afgeschminkt zijn | zou afgeschminkt zijn | zouden afgeschminkt zijn | zouden afgeschminkt zijn | zouden afgeschminkt zijn |