afleveren
- af·le·ve·ren
- samenstelling van af bw en leveren ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afleveren |
leverde af |
afgeleverd |
zwak -d | volledig |
afleveren
- ditransitief brengen naar en achterlaten op de plek van bestemming
- De koelkast werd thuis afgeleverd.
1. brengen naar en achterlaten op de plek van bestemming
- Het woord afleveren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afleveren" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be