deliver
- Audio (US) (hulp, bestand)
- VK: /dɪˈlɪvə(ɹ)/
- VS: /dɪˈlɪvɚ/
- Uit Middelengels deliveren, ontleend aan Anglo-Normandisch en Oudfrans delivrer, afgeleid met het voorvoegsel de- en Latijn liberare “vrijlaten, de vrijheid geven”.
- de·liv·er
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to deliver |
he/she/it | delivers |
verleden tijd | delivered |
voltooid deelwoord |
delivered |
onvoltooid deelwoord |
delivering |
gebiedende wijs | deliver |
deliver
- overgankelijk bezorgen
- «The groceries are delivered at home.»
- De boodschappen worden thuis bezorgd.
- «The groceries are delivered at home.»
- overgankelijk afleveren
- «This cannot be delivered' in time.»
- Dit kan niet op tijd afgeleverd worden.
- «This cannot be delivered' in time.»
- leveren
- «His opponent delivered a heavy blow on his nose.»
- Zijn tegenstander leverde hem een harde klap op zijn neus.
- «His opponent delivered a heavy blow on his nose.»
- overgankelijk ~from bevrijden, verlossen [1]
- «Deliver us from evil.»
- Verlos ons van het kwade.
- «The slaves were delivered from their shackles.»
- De slaven werden van hun ketenen bevrijd.
- «Deliver us from evil.»
- overgankelijk (biologie), (medisch) (biologie) verlossen [2], helpen bij de bevalling
- «This doctor delivered many babies.»
- Deze dokter voerde veel verlossingen uit.
- «She was delivered of a healthy baby boy.»
- Ze baarde een gezond jongetje.
- «This doctor delivered many babies.»
- overgankelijk (medisch) baren, een kind op de wereld zetten