afgepeigerd
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afgepeigerd (hulp, bestand)
- IPA: /ˈɑfxəˌpɛiɣərt/
Woordafbreking
- af·ge·pei·gerd
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van afpeigeren: voltooid deelwoord (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling van af bw en gepeigerd ww [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | afgepeigerd | afgepeigerder | afgepeigerdst |
verbogen | afgepeigerde | afgepeigerdere | afgepeigerdste |
partitief | afgepeigerds | afgepeigerders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
afgepeigerd
Synoniemen
Werkwoord
vervoeging van: | afpeigeren… |
verbogen vorm: | afgepeigerde |
afgepeigerd
- voltooid deelwoord van afpeigeren
Gangbaarheid
- Het woord afgepeigerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afgepeigerd" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be