Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·ge·mat
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: afmatten…
verbogen vorm: afgemate

afgemat

  1. voltooid deelwoord van afmatten

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen