Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ad in·te·rim
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen ad interim
verbogen -

Bijvoeglijk naamwoord

ad interim

  1. voor een tussenperiode
    • De prik leek er een beetje af, van de Nationale ombudsman, nu het ambt 15 maanden ad interim moest worden vervuld. Waarnemend ombudsman Frank van Dooren wilde als ‘tussenpaus’, gisteren in zijn laatste jaarverslag, ook geen persoonlijke visie geven op de verhouding tussen burger en overheid. [2]
    • De leden van werkgeversvereniging Mobis hebben Marius Vermaas (58) gevraagd per 1 oktober secretaris ad interim te worden. [3]
Schrijfwijzen
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen


Latijn

Woordherkomst en -opbouw

Frase

ad interim

  1. voor de tussentijd
Overerving en ontlening