achterdochtig
- Geluid: achterdochtig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌɑxtərˈdɔxtəx / (4 lettergrepen)
- ach·ter·doch·tig
- afgeleid van achterdocht met het achtervoegsel -ig [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | achterdochtig | achterdochtiger | achterdochtigst |
verbogen | achterdochtige | achterdochtigere | achterdochtigste |
partitief | achterdochtigs | achterdochtigers | - |
achterdochtig
- geneigd verdenking te koesteren
- Hij is de achterdochtigste kerel die ik ken.
- Iemand die ziekelijk achterdochtig is noemen we paranoïde.
1.
- Het woord achterdochtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "achterdochtig" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ achterdochtig op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be