achterdochtigheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ach·ter·doch·tig·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van achterdochtig met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | achterdochtigheid | achterdochtigheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de achterdochtigheid v
- het achterdochtig zijn.
- De achterdochtigheid van de bezorgde moeder was niet meer normaal.
Gangbaarheid
- Het woord 'achterdochtigheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.