absint
- ab·sint
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘likeur’ voor het eerst aangetroffen in 1775 [1]
- uit het Frans [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | absint | - |
verkleinwoord | - | - |
- (drinken) sterkedrank op basis van anijs, absintalsem Artemisia absinthium , venkel en een aantal aanvullende kruiden
- Vindt u absint lekker?
1. sterkedrank op basis van anijs
- Het woord absint staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "absint" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "absint" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ absint op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
vervoeging van |
---|
ăbĕsse |
ăbsĭnt
- actief conjunctief praesens, derde persoon meervoud van ăbĕsse