abdijkerk
- Geluid: abdijkerk (hulp, bestand)
- IPA: / ɑbˈdɛikɛrək / (3 of 4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ɑbˈdɛɪ̯.kɛrk/
- (Vlaanderen, Brabant): /ɑbˈdɛː.kɛrk/
- ab·dij·kerk
- samenstelling van abdij en kerk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | abdijkerk | abdijkerken |
verkleinwoord | abdijkerkje | abdijkerkjes |
- (bouwkunde) (religie) een kerk die bij een abdij hoort
- In de abdijkerk kun je vandaag luisteren naar liturgische gezangen.
1. een kerk die bij een abdij hoort
- Het woord abdijkerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "abdijkerk" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be