aanvaardbaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanvaardbaar (hulp, bestand)
- IPA: / aɱˈvardbar / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·vaard·baar
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van aanvaarden met het achtervoegsel -baar.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | aanvaardbaar | aanvaardbaarder | aanvaardbaarst |
verbogen | aanvaardbare | aanvaardbaardere | aanvaardbaarste |
partitief | aanvaardbaars | aanvaardbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
aanvaardbaar
- te aanvaarden, acceptabel, gepast
- Hij heeft ons een aanvaardbaar voorstel gedaan.
- De kwaliteit van de maaltijd in dit restaurant was aanvaardbaar, maar dus niet echt goed.
- ▸ Ze bracht haar gejaagde pas terug tot een aanvaardbaar tempo in een ziekenhuis en nam zichzelf voor om niet in de valkuilen van Dorien te tuimelen.[1]
- ▸ Bovendien hadden zij ook deze keer zonder aanvaardbare reden de oorlog verklaard.[2]
Antoniemen
Vertalingen
1. te aanvaarden
Gangbaarheid
- Het woord aanvaardbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanvaardbaar" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be