aansprakelijkheidsstelling

  • aan·spra·ke·lijk·heids·stel·ling
enkelvoud meervoud
naamwoord aansprakelijkheidsstelling aansprakelijkheidsstellingen
verkleinwoord

de aansprakelijkheidsstellingv

  1. (juridisch) verklaring waarin staat dat men iemand verantwoordelijk acht voor een bepaalde geleden schade
     Sinds 2014, toen de Staat aansprakelijk werd gesteld, is door de Staat archiefonderzoek gedaan. Vervolgens heeft Zegveld een dagvaarding opgesteld, waar de Staat weer op mocht reageren. "In mei hadden we de dagvaarding, van zo'n 70 à 80 pagina's, en toen zat er weer een zomer tussen", zegt Zegveld in het radioprogramma Nieuws en Co over de lange tijd die er tussen de aansprakelijkheidsstelling en het begin van het proces zit.[1]
     Andersom wil de gemeente juist een schadevergoeding van Switch IT Solutions wegens de geleverde wanprestatie. In een reactie aan Tubantia zegt burgemeester dat ze de uitspraken over Switch IT Solutions heeft gedaan namens de gemeente en niet als privépersoon. "Dus met een persoonlijke aansprakelijkheidsstelling kan ik niets, zo werkt het niet."[2]
  1.   Weblink bron “Staat in november in beklaagdenbankje voor doden Molukse kapers” (05-09-2016), NOS
  2.   Weblink bron “IT-bedrijf wil reputatieschade privé verhalen op burgemeester Hof van Twente” (28-04-2021), NOS