aansprakelijkstelling

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·spra·ke·lijk·stel·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aansprakelijkstelling aansprakelijkstellingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aansprakelijkstellingv

  1. (juridisch) verklaring waarin staat dat men iemand verantwoordelijk acht voor een bepaalde geleden schade
     De aansprakelijkstelling door het kabinet mei vorig jaar volgde op de bevindingen van het internationale Joint Investigation Team (JIT). Dat concludeerde dat de Buk-raket waarmee vlucht MH17 in de zomer van 2014 is neergehaald afkomstig was van het Russische leger.[1]
     Philips laat weten niet inhoudelijk te kunnen ingaan op de aansprakelijkstelling. "Ik wil graag herhalen dat we de veiligheidsmelding met betrekking tot deze apparaten zeer serieus nemen en dat we ernaar streven om dit zo goed mogelijk en zo snel mogelijk op te lossen", zegt een woordvoerder.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Praten met Rusland over MH17, doorbraak of kleine stap?” (07-02-2019), NOS
  2.   Weblink bron “Gebruikers apneu-apparaten stellen Philips aansprakelijk voor gezondheidsklachten” (28-10-2021), NOS