aanroeren/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van aanroeren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | aanroeren | aan te roeren | ||||||||
toekomend | zullen aanroeren aan zullen roeren |
te zullen aanroeren aan te zullen roeren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben aangeroerd | te hebben aangeroerd | ||||||||
toekomend | aangeroerd zullen hebben | aangeroerd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
aanroerend | aangeroerd | ev. roer aan |
mv. verouderd roert aan |
roere aan (bijzin) aanroere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | roer aan | roert aan | roert aan | roert aan | roert aan | roeren aan | roeren aan | roeren aan | |||
verleden (o.v.t.) | roerde aan | roerde aan | roerde aan | roerde aan | roerde aan | roerden aan | roerden aan | roerden aan | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal aanroeren | zult/zal aanroeren | zult/zal aanroeren | zult aanroeren | zal aanroeren | zullen aanroeren | zullen aanroeren | zullen aanroeren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou aanroeren | zou aanroeren | zou(dt) aanroeren | zoudt aanroeren | zou aanroeren | zouden aanroeren | zouden aanroeren | zouden aanroeren | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | aanroer | aanroert | aanroert | aanroert | aanroert | aanroeren | aanroeren | aanroeren | |||
verleden (o.v.t.) | aanroerde | aanroerde | aanroerde | aanroerde | aanroerde | aanroerden | aanroerden | aanroerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal aanroeren aan zal roeren |
zult/zal aanroeren aan zult/zal roeren |
zult/zal aanroeren aan zult/zal roeren |
zult aanroeren aan zult roeren |
zal aanroeren aan zal roeren |
zullen aanroeren aan zullen roeren |
zullen aanroeren aan zullen roeren |
zullen aanroeren aan zullen roeren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou aanroeren aan zou roeren |
zou aanroeren aan zou roeren |
zou(dt) aanroeren aan zou(dt) roeren |
zoudt aanroeren aan zoudt roeren |
zou aanroeren aan zou roeren |
zouden aanroeren aan zouden roeren |
zouden aanroeren aan zouden roeren |
zouden aanroeren aan zouden roeren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb aangeroerd | hebt aangeroerd | hebt/heeft aangeroerd | hebt aangeroerd | heeft aangeroerd | hebben aangeroerd | hebben aangeroerd | hebben aangeroerd | |||
verleden (v.v.t.) | had aangeroerd | had aangeroerd | had aangeroerd | hadt aangeroerd | had aangeroerd | hadden aangeroerd | hadden aangeroerd | hadden aangeroerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal aangeroerd hebben | zal/zult aangeroerd hebben | zult/zal aangeroerd hebben | zult aangeroerd hebben | zal aangeroerd hebben | zullen aangeroerd hebben | zullen aangeroerd hebben | zullen aangeroerd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou aangeroerd hebben | zou aangeroerd hebben | zou/zoudt aangeroerd hebben | zoudt aangeroerd hebben | zou aangeroerd hebben | zouden aangeroerd hebben | zouden aangeroerd hebben | zouden aangeroerd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm aangeroerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt aangeroerd | er is aangeroerd | |||||||||
verleden | er werd aangeroerd | er was aangeroerd | |||||||||
toekomend | er zal aangeroerd worden | er zal aangeroerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou aangeroerd worden | er zou aangeroerd zijn | |||||||||
lijdende vorm aangeroerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | aangeroerd worden | aangeroerd te worden | ||||||||
toekomend | aangeroerd zullen worden | aangeroerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | aangeroerd zijn | aangeroerd te zijn | ||||||||
toekomend | aangeroerd zullen zijn | aangeroerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word aangeroerd | wordt aangeroerd | wordt aangeroerd | wordt aangeroerd | wordt aangeroerd | worden aangeroerd | worden aangeroerd | worden aangeroerd | |||
verleden (o.v.t.) | werd aangeroerd | werd aangeroerd | werd aangeroerd | werdt aangeroerd | werd aangeroerd | werden aangeroerd | werden aangeroerd | werden aangeroerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal aangeroerd worden | zult aangeroerd worden | zult aangeroerd worden | zult aangeroerd worden | zal aangeroerd worden | zullen aangeroerd worden | zullen aangeroerd worden | zullen aangeroerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou aangeroerd worden | zou aangeroerd worden | zou/zoudt aangeroerd worden | zoudt aangeroerd worden | zou aangeroerd worden | zouden aangeroerd worden | zouden aangeroerd worden | zouden aangeroerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben aangeroerd | bent aangeroerd | bent/is aangeroerd | zijt aangeroerd | is aangeroerd | zijn aangeroerd | zijn aangeroerd | zijn aangeroerd | |||
verleden (v.v.t.) | was aangeroerd | was aangeroerd | was aangeroerd | waart aangeroerd | was aangeroerd | waren aangeroerd | waren aangeroerd | waren aangeroerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal aangeroerd zijn | zult aangeroerd zijn | zult aangeroerd zijn | zult aangeroerd zijn | zal aangeroerd zijn | zullen aangeroerd zijn | zullen aangeroerd zijn | zullen aangeroerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou aangeroerd zijn | zou aangeroerd zijn | zou/zoudt aangeroerd zijn | zoudt aangeroerd zijn | zou aangeroerd zijn | zouden aangeroerd zijn | zouden aangeroerd zijn | zouden aangeroerd zijn |