WikiWoordenboek:Taal van Stijn Streuvels/i
i (deel 1)
bewerken- idylliek
- ief(v)rouwe
- iefte
- iets
- iever
- ievers
- ijdel
- ijdelen
- ijdelhands
- ijftestruik
- ijlarms
- ijlhands
- ijlheid
- ijlmars
- ijlsarms
- ijlshands
- ijlte
- ijs
- ijsbijze
- ijsgracht
- ijskrekel
- ijsmerrie
- ijspeerd
- ijsplaat
- ijsschaal
- ijstoppen
- ijsvaart
- ijsvent
- ijverachtig
- ijvervol
- ijze
- ijzelen
- ijzelmist
- ijzelrijm
- ijzer
- ijzerenweg
- ijzerflikken
- ijzerhoed
- ijzerkei
- ijzerkruid
- ijzermaal
- ijzervoerder
- ijzerzand
- ikke
- imponderabel
- inadembaar
- inbaren
- inbijt
- inbreker
- inbuitelen
- inbundselen
- indekken
- indoen
- indoezelen
- indragen
- indrommen
- indruilen
- indruisen
- indrummen
- induigen
- induiken
- ineendonderen
- ineenflokken
- ineengeknuffeld
- ineenhaken
- ineenklessen
- ineenklissen
- ineenknikken
- ineensmijten
- ineenverdoezelen
- ineenversmelten
- ineenzwakken
- ingaan
- ingangsdag
- ingedromd
- ingedrongen
- ingedrumd
- ingekeerd
- ingekleed
- ingekomene
- ingekromd
- ingelommerd
- ingemuurd
- ingenoot
- ingesmoord
- ingestuikt
- ingetrokkenheid
- ingrimmig
- ingrimmigheid
- inhaal
- inheten
- inhouden
- inhuizig
- inken
- inkeren
- inkering
- inkloppen
- inknopen
- inkomgeld
- inkteblauw
- inktepurper
- inkte-vijver
- inkthoorn
- inktklater
- inktsap
- inktzwart
- inleren
- inleven
- inlokken
- inlommeren
- inmiddelertijd
- innewaarts
- inreiken
- inrichtingskracht
- inrichtingstalent
- inrinkelend
- inslag
- insleren
- insoliet
- inspanningskracht
- instaan
- instap
- insteken
- instel
- instellen
- insteller
- instuiken
- inte
- interden
- intruus
- intussentijd
- involgen
- invooisen
- inwendigheid
- inwikkeling
- inwillig
- inwoon
- inzaat
- inze
- inzet
- inzicht
- inzichtig
- inzitten
- inzuipen
- inzwiepen
- iodiform
- ip