Sint-Maarten
- Geluid: Sint-Maarten (hulp, bestand)
- IPA: / sɪntˈmartə(n) / (3 lettergrepen)
- Sint-Maar·ten
- m: samenstelling van sint zn en Maarten en , geschreven met een koppelteken volgens spellingregel 6.I (4)
- o: eponiem, bij de ontdekking door Columbus op 11 november 1493 vernoemd naar Sint-Maarten omdat die dag zijn naamdag was
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Sint-Maarten | |
verkleinwoord | - | - |
de Sint-Maarten m
- (religie) (rooms-katholiek) heilige Martinus van Tours, gestorven 8 november 397, die gezien wordt als degene die Gallië het christendom gebracht heeft
- Sint-Maarten was van geboorte een Romein.
- feestdag op 11 november, gewijd aan Martinus van Tours
2. feestdag
demoniem | |
---|---|
inwoner | Sint-Maartenaar |
vrouwelijke inwoner | Sint-Maartense |
bijvoeglijk | Sint-Maartens |
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Sint-Maarten | |
verkleinwoord | - | - |
het Sint-Maarten o
- (toponiem: eiland) Caribisch eiland boven de wind, vernoemd naar [1] (zie Sint Maarten)
- Sint-Maarten is voor een deel Frans, voor een deel Nederlands.
- (toponiem: land) autonoom land binnen het Koninkrijk der Nederlanden op het zuidelijk deel van [3]
- In oktober 2010 verkreeg Sint-Maarten zijn status als apart land binnen het koninkrijk.
- (toponiem: land) een overzeese gemeenschap van Frankrijk op het noordelijk deel van [3]
- Sint Maarten (niet volgens officiële spellingregels, wel gebruikt door de overheid van Sint Maarten)
- zie ook: Sint Maarten
1. Caribisch eiland,
3. Frans
- Het woord 'Sint-Maarten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.