Gebruiker:MarcoSwart/affiliëren/sjabloontest

  • af·fi·lië·ren, af·fi·li·eren
  • van Frans  affilier ww , in de betekenis van ‘als kind aannemen’ voor het aangetroffen vanaf 1824 (met het achtervoegsel -eren) [1] [2] [3]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
affiliëren
affilieerde
geaffilieerd
zwak -d volledig

affiliëren

  1. wederkerend zich affiliëren aansluiten bij
     Een vraag die in de sociale psychologie veelvuldig naar voren komt is met wie wij ons als mens graag affiliëren.[4]
    1. (religie) (rooms-katholiek) als onderdeel aansluiten bij een orde
       In 1493 affilieerde het naburige zusterhuis Mariengarden te Schüttorf zich met het zusterhuis Mariënwold te Frenswegen.[5]
  2. wederkerend zich affiliëren (figuurlijk) dezelfde opvattingen laten zien, verwantschap tonen
     Daarnaast affiliëren veel extreemrechtse groepen zich met het nazisme (…).[6]
  3. onovergankelijk lid of zelfstandig onderdeel zijn van
     Die belangrijke beslissing zette tal van broeders van andere werkplaatsen tot affiliëren aan.[7]
    1. deel gaan uitmaken van een samenwerkingsverband van een academisch ziekenhuis en een niet-academisch ziekenhuis
       Veel van die ziekenhuizen zeggen onder druk van de specialisten: nee, niet affiliëren met een academisch ziekenhuis hoor.[8]
  4. onovergankelijk (figuurlijk) geestverwant zijn van
     (…) de economische sector, een terrein waar erfgoedbeheerders zich doorgaans minder mee geaffilieerd voelen.[9]
  5. overgankelijk met betrekking tot personen als lid opnemen
     Opgericht eind 1881 door sociaal-democraten, affilieerde ze in 1914 een kwart van de Gentse bevolking![10]
    1. (vrijmetselarij) een vrijmetselaar uit een andere loge als lid in een loge opnemen [11]
       In 1789 werd hij geaffilieerd bij de Loge zu den drei Schwerdtern, te Dresden, (…)[12]
    2. (religie) (rooms-katholiek) opnemen in een klooster of orde als deelgenoot met de daaraan verbonden rechten
       In 1475 vinden wij hem als terminarius te Arnhem, terwijl hij in het volgend jaar geaffilieerd werd aan het dominicanen-klooster te Nijmegen, en aldaar eerlang tot prior verheven.[13]
    3. (verouderd) als kind in de familie opnemen, adopteren
    4. (verouderd) (figuurlijk) als eigen voortbrengsel aanvaarden
        Ik heb volstrekt geen ambitie of lust om iets, wat het ook zij, in 't licht te geven; doch, wanneer ik zulks eens doe, op verzoek, heb ik er nog veel minder lust in om bastaard-onzin te affilieren, mij door 't verzuim of de stommigheid van een verraderlijk drukker op den hals gedraaid, en dien ik mij schamen zou ter neder geschreven te hebben.[14]
  6. overgankelijk met betrekking tot organisaties als zelfstandig onderdeel in een groter geheel opnemen
     IBE werkt momenteel aan de uitbreiding van het consortium via het affiliëren van extra leden, waaronder VUB.[15]
     In 1954 richtte hij de People's Action Party op welke geaffilieerd is met de internationale socialistische beweging.[16]
    1. (bedrijfskunde) in een groep ondernemingen samenvoegen
       In 1958 beschikt Decca, nu geaffilieerd met Music Corporation of America (MCA), een groot film- en radio-talentagenschap, over de meerderheid van de aandelen van Universal Pictures.[17]
       APEC is geaffilieerd met het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen en bestaat sinds 1978.[18]
    2. (vrijmetselarij) als loge gaan horen bij een ander grootoosten of een andere grotere loge dan oorspronkelijk [11]
    3. (religie) (rooms-katholiek) als onderdeel opnemen in een orde
       Hij kreeg dat jaar de machtiging om de Broederschap te affiliëren aan de Aartsbroederschap van O.L. Vrouw van Lourdes.[19]
  • Wat bij het overgankelijke werkwoord lijdend voorwerp is, wordt onderwerp in constructies met het onovergankelijk werkwoord.
  • Bij "affiliëren" komen drie vaste voorzetsels voor om het grotere geheel aan te duiden: "met" wordt algemeen toegepast, "aan" laat iets meer doorklinken dat de verhouding niet spiegelbeeldig is en "bij" lijkt verouderd.
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. affiliëren op website: Etymologiebank.nl
  3. "affiliëren" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  4.   Weblink bron
    VandeVondele, S.D.J.
    “De ongeremde mens als sociaal dier, zoekend naar gelijken - De neiging van ongeremde mensen om zich met gelijken te affiliëren en afstand te houden tot autoriteit en personen uit andere groepen.”, masterscriptie (10 juni 2011), Universiteit Utrecht, p. 3
  5.   Weblink bron
    Stutvoet-Joanknecht, C.M.
    “Der byen boeck. De Middelnederlandse vertalingen van 'Bonum universale de apibus' van Thomas van Cantimpré en hun achtergrond.” (1990), VU Uitgeverij, Amsterdam, p. 78
  6.   Weblink bron
    Lubbers, M.
    Ver rechts in Nederland: Inleiding, jrg. 25 nr. 3 (2009) in: Migrantenstudies
  7.   Weblink bron De Achtbare Loge Les Elèves de Thémis in: Ontstaan en ontwikkeling van site leselevesdethemis.org  
  8.   Weblink bron
    Köhler, W.
    'Doel van de geneeskunde raakt op achtergrond'; Prof. dr. A. Querido heeft kritiek op de neiging ziekten in getallen uit te drukken (20 juni 1998) in: nrc.nl  
  9.   Weblink bron
    Smets, L.
    Erfgoedbeheer en duurzaamheid. Een evidente keuze?, jrg. 2 nr. 4 (december 2009), Marc Jacobs en Bert Schreurs, Brussel in: Faro. Tijdschrift over Cultureel Erfgoed., p. 4
  10.   Weblink bron
    Oris, M.
    De economische en sociale context (2001), Dexia, Brussel / La Renaissance du Livre, Tournai in:
    Halleux, R. e.a. (eds.)
    Geschiedenis van de wetenschappen in België. 1815-2000. Deel 1, ISBN 9050661939, p. 65
  11. 11,0 11,1   Weblink bron Affiliatie in: Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1. (1844), W. de Grebber, Amsterdam, p. 6
  12.   Weblink bron “Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 2.” (1845), W. de Grebber, Amsterdam, p. 295
  13.   Weblink bron
    Molhuysen, P.C. & P.J. Blok (eds.)
    “Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1.” (1911), A.W. Sijthoff, Leiden, p. 657 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren  
  14.   Weblink bron
    De Schoolmeester, ps. G. van de Linde (J. van Lennep e.a. eds.)
    “De gedichten van den Schoolmeester.”, 3e druk (1979), Kruseman's Uitgeversmaatschappij, Den Haag, ISBN 9022304063, p. XXXVI op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren  
  15.   Weblink bron Gearchiveerde versie VUB is ‘affiliate member’ van het Institute for Studies Brazil Europe (IBE) (13 april 2012) in: site vub.ac.be
  16.   Weblink bron
    Oltmans,W.
    “Grenzen aan de groei. Deel 2. 50 gesprekken over het rapport van de Club van Rome.” (1974), A.W. Bruna & Zoon, Utrecht, ISBN 9022972739, p. 247
  17.   Weblink bron
    De Meyer, G.
    “Sprekende machines: geschiedenis van de fonografie en van muziekindustrie” (1997), Garant, Leuven / Apeldoorn, ISBN 9053505113, p. 93
  18.   Door archive.org gearchiveerde versie van 16 maart 2014 Samenwerking tussen publieke en private havengemeenschap in: Over APEC in: PortOfAntwerp.com
  19.   Weblink bron
    Venbrux, E.
    Katwijk aan de Maas, O.L. Vrouw van Lourdes in: meertens.knaw.nl