Davidův

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /davɪduːf/

Woordafbreking

• Da·vi·dův

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van de eigennaam David met het achtervoegsel -ův

Bijvoeglijk naamwoord

Davidův

1. Davids; eigendom van David

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig
	bezield	onbezield			bezield	onbezield
nominatief	Davidův		Davidova	Davidovo	Davidovi	Davidovy		Davidova
genitief	Davidova		Davidovy	Davidova	Davidových
datief	Davidovu		Davidově	Davidovu	Davidovým
accusatief	Davidova	Davidův	Davidovu	Davidovo	Davidovy			Davidova
vocatief	Davidův		Davidova	Davidovo	Davidovi	Davidovy		Davidova
locatief	Davidově / Davidovu		Davidově	Davidově / Davidovu	Davidových
instrumentalis	Davidovým		Davidovou	Davidovým	Davidovými

Verwijzingen

• Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)