Brugge

Nederlands

	demoniem
inwoner	Bruggeling
vrouwelijke inwoner	Brugse
bijvoeglijk	Brugs

Uitspraak

• Geluid:  Brugge    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• Brug·ge

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	Brugge	-
verkleinwoord	-	-

Eigennaam

Brugge o

1. (toponiem) een Vlaamse provinciehoofdstad

Vertalingen

    1. een Vlaamse provinciehoofdstad   

Angelsaksisch: Bricg (ang) Asturisch: Bruxes (ast) Bosnisch: Briž (bs) Bulgaars: Брюж (bg) Deens: Brügge (da) Duits: Brügge (de) Engels: Bruges (en) Esperanto: Bruĝo (eo) Fins: Brugge (fi) Frans: Bruges (fr) Hebreeuws: ברוז' (he) Indonesisch: Brugge (id) Italiaans: Bruges (it)

Japans: ブリュッヘ (ja) Limburgs: Brögge (li) Luxemburgs: Bruges (lb) Nedersaksisch: Brügge (nds) Noors: Brugge (no) Pools: Brugia (pl) Portugees: Bruges (pt) Russisch: Брюгге (ru) Sloveens: Brugge (sl) Spaans: Brujas (es) Tsjechisch: Bruggy (cs) Zweeds: Brygge (sv)

Gangbaarheid

• Het woord 'Brugge' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Fins

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Eigennaam

Brugge

1. (toponiem) Brugge

Indonesisch

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Eigennaam

Brugge

1. (toponiem) Brugge

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Eigennaam

Brugge

1. (toponiem) Brugge

Sloveens

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Eigennaam

Brugge

1. (toponiem) Brugge