April
- April
- Komt van het Middelhoogduitse aberelle, dat weer van het Oudhoogduitse abrello stamt. Dit Oudhoogduitse woord komt van het Latijnse Aprilis (mensis) dat van het Latijnse werkwoord aperire "openen" stamt.
April m
- april
- «Der April ist ein sehr launischer, unbeständiger Monat.»
- April is een zeer grillige en wisselvallige maand.
- «Der April ist ein sehr launischer, unbeständiger Monat.»
- (verouderd) Launing, Ostermond, Wandelmonat
April, April!
- Een spontane uitroep naar iemand bij wie een 1-aprilgrap uitgehaald werd.
jemanden in den April schicken
- Bij iemand een 1-aprilgrap uithalen.