• ко-нёк
enkelvoud meervoud
nominatief конёк коньки́
genitief конька́ конько́в
datief коньку́ конька́м
accusatief bezield конька́
onbezieldконёк
конько́в
коньки́
instrumentalis конько́м конька́ми
locatief коньке́ конька́х

конёк m

  1. bezield (paardrijden) paardje
    « Как-то зашли во двор два парня в картузах, попросили позволения конька посмотреть, а если продадут, так и купить. [1]»
    Eens kwamen er twee jongens met petten op het erf; zij vroegen toestemming om het paardje te bekijken en het ook te kopen, als het te koop was.
  2. bezield stokpaardje, hobby
    «сесть на своего́ конька́»
    op je stokpaardje zitten
  3. bezield (zangvogels) pieper, (Anthus  )
    «В брачном наряде отличается от всех других коньков отчётливо винно-охристым, до кирпично-красного, цветом на горле и зобе, обычно более выраженным у самцов.»
    In het prachtkleed onderscheidt hij zich van alle andere piepers door zijn duidelijke wijn-oker tot steenrode kleur op de keel en de krop, gewoonlijk meer uitgesproken bij de mannetjes.
  4. onbezield (bouwkunde) piron, uitsteeksel aan de punt van een dak, vaak in de vorm van een paardenkop
  5. onbezield schaats
    «Стало известно, где в Твери можно бесплатно покататься на коньках[2]
    Het werd bekend waar je in Tver gratis kunt schaatsen.
  1. Тэффи, «Даровой конь»-- Teffi "Gratis paard"
  2.   Weblink bron “Twerigrad” (4 januari 1022)