piron
- pi·ron
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | piron | pironnen pirons |
verkleinwoord | pironnetje | pironnetjes |
de piron m
- (bouwkunde) een ornament op een markant punt van een bouwwerk, zoals een dak of gevel, vaak in de vorm van een taps toelopende zuil met een bolvormige figuur
- Een piron met een ananas.
- piroen (verouderd)
1. een ornament op een markant punt van een bouwwerk
- Het woord piron staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
piron
- (gereedschap) vork (bestek)
- Zie Wikipedia voor meer informatie.