poinçon
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
poinçon | le poinçon | poinçons | les poinçons |
poinçon m
- (gereedschap) een els of priem, om (klein) gaten in stof en zacht materiaal te prikken
- (gereedschap) een pons, om tekst, figuren of gaten in zacht materiaal te slaan
- (bouwkunde) een makelaar, een vertikale balk in een dakconstructie tussen de nok en hanenbalk
- (bouwkunde) een piron of makelaar, een dakornament
- (numismatiek) een poinçoen, de moederstempel waarmee munten worden geslagen
- (handel) een in (edel-)metalen voorwerpen geslagen, of een in zegellak gedrukt merkteken, ijkmerk, keurmerk of waarmerk
- (handel) een stempel of de stempelafdruk op papier
-
Een set elzen [1]
-
Cijferponsen [2]
-
Een makelaar (C-F) [3]
-
Een poinçon [4]
-
Een poinçon [6]
- [1] alêne