Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zon·ne·baan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zonnebaan zonnebanen
verkleinwoord zonnebaantje zonnebaantjes

Zelfstandig naamwoord

de zonnebaanv / m

  1. (astronomie) de cirkel aan de hemel die de zon in één jaar schijnt te doorlopen, in werkelijkheid dus de aardbaan
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be