• zon·ne·weg
enkelvoud meervoud
naamwoord zonneweg zonnewegen
verkleinwoord zonnewegje zonnewegjes

de zonnewegm

  1. (astronomie) de cirkel aan de hemel die de zon in één jaar schijnt te doorlopen, in werkelijkheid dus de aardbaan
74 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be