zonneweg
- zon·ne·weg
- samenstelling van zon en weg met het invoegsel -e-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zonneweg | zonnewegen |
verkleinwoord | zonnewegje | zonnewegjes |
de zonneweg m
- (astronomie) de cirkel aan de hemel die de zon in één jaar schijnt te doorlopen, in werkelijkheid dus de aardbaan
- Het woord 'zonneweg' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zonneweg" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be