ecliptica
- eclip·ti·ca
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ecliptica | - |
verkleinwoord | - | - |
de ecliptica v
- (astronomie) de cirkel aan de hemel die de zon in één jaar schijnt te doorlopen, in werkelijkheid dus de aardbaan
- Het woord ecliptica staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ecliptica" herkend door:
52 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be