zoetstof

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  zoetstof    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• zoet·stof

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  zoet ww  en  stof 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	zoetstof	zoetstoffen
verkleinwoord	zoetstofje	zoetstofjes

Zelfstandig naamwoord

de zoetstof v / m

1. (scheikunde), (voeding) een stof die een zoete smaak veroorzaakt

   • Het verlangen om slank te blijven heeft zoetstoffen erg populair gemaakt. 

2. als hierboven maar geen suiker bevat, het zoetje

Afgeleide begrippen

• zoetstoffenmarkt, zoetstoftablet

Verwante begrippen

   

Acesulfaam-K additief advantaam aglycon arabitol aspartaam brazzeïne cyclaamzuur dulcine E-nummer fructose glucose-fructosestroop glycyrrizinezuur hernandulcine inuline invertsuiker lactitol lugdunaam maltitol mannitol natriumcyclamaat neohesperidine dihydrochalcon neotaam polyglycitolstroop rebaudioside sacharine sorbitol steviolglycoside stevioside sucralose tagatose thaumatine xylitol zoethout

Vertalingen

    2. zoetstof zonder suiker   

Spaans: edulcorante (es) m, edulcorante artificial (es) m, endulzante (es) m, sustituto del azúcar (es) m

Gangbaarheid

• Het woord zoetstof staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zoetstof" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
97 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.