sacharine
- sa·cha·ri·ne
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘zoetstof’ voor het eerst aangetroffen in 1888 [1]
- uit het Frans [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sacharine | |
verkleinwoord |
- (voeding) caloriearme kunstmatige zoetstof die geen directe invloed heeft het bloedsuikergehalte (wikidata: sacharine )
- Het resultaat is knalroze en stroperig. ‘Het smaakt naar negen dosissen sacharine, gemengd met twee eetlepels olijfolie’, vertelde Dyer aan The Guardian. Mogelijk is dit de eerste niet-dodelijke en efficiënte oplossing voor de rattenoverbevolking. [4]
- E954 (Sacharine), E 952 (Cyclamaat), E 950 (Acesulfaam-K) en E 955 (Sucralose), afgekort als SAC, CYC, ACE en SUC, kunnen niet door het lichaam worden afgebroken of uit afvalwater gefilterd worden. [5]
1. caloriearme kunstmatige zoetstof die geen directe invloed heeft het bloedsuikergehalte
- Het woord sacharine staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sacharine" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "sacharine" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ sacharine op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard ZATERDAG 12 NOVEMBER 2016
- ↑ Volkskrant Marcel van der Meulen 18 december 2013
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be