zeilderen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zeil·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
- frequentatief gevormd uit zeilen "ketsen" met het achtervoegsel -er
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
zeilderen |
zeilderde |
gezeilderd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
zeilderen
- (sport) ketsen, een steentje met een afgeplatte vorm scherend over een wateroppervlak gooien zodat het zo vaak mogelijk stuitert
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'zeilderen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.