Nederlands

 
keilderen: ketsen
Uitspraak
Woordafbreking
  • keil·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
keilderen
keilderde
gekeilderd
zwak -d volledig

Werkwoord

keilderen

  1. inergatief (sport) ketsen, een steentje met een afgeplatte vorm scherend over een wateroppervlak gooien zodat het zo vaak mogelijk stuitert
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie